Mijn eerste werkgever heeft me kostenbewust gemaakt en dat ben ik mijn hele loopbaan (tot nu toe) gebleven. Of we nou in goede of slechte economische tijden verkeren, dat maakt mij niets uit. Mijn overtuiging is dat je als marketeers sterker, inventiever en creatiever wordt als je projecten met weinig geld leert te doen.

De waarde die er achter ligt, is dat je zuinig bent met het geld van een ander; alsof het je eigen geld is. Daarbij maakt het niet uit of het om je marketingbudget gaat of om de declaraties die je indient.

Dat niet iedereen daar zo over denkt, blijkt helaas maar al te vaak. Meerdere malen heb ik de vraag gekregen of ik niet bang was voor een lager marketingbudget in het volgende jaar. Puur omdat ik mijn toegekende budget in het lopende jaar niet had opgemaakt. Dat ik het niet had opgemaakt was omdat ik er creatief mee was omgegaan en vooral zuinig op was geweest. En het dus ook niet nodig had gehad. Het hele plan was uitgevoerd en dat was toch de doelstelling?! Niet het opmaken van het budget. Veel geld uitgeven is namelijk heel simpel.

Een recente gebeurtenis springt er uit als het gaat om declaraties. Mijn vorige werkgever verhuisde naar Amsterdam en had veel nieuwe collega’s nodig voor de ontstane vacatures. Die nieuwe collega’s werden ingewerkt in Maastricht en konden aan de slag in Amsterdam zodra het kantoor geopend werd. In Maastricht logeerden ze in juli en augustus in hotels. Een van de nieuwe collega’s liet zich elke ochtend met de taxi van het hotel naar kantoor brengen om die kilometer niet te hoeven lopen. Op de vraag waarom ze dat deed, gaf ze het antwoord: “Mijn manager draagt Gucci: zij loopt niet naar kantoor en dan hoef ik dat ook niet”. Dat de kosten gedeclareerd werden, weet je met zo’n antwoord ook meteen.

Nu we met zijn allen denken dat de resultaten kunnen tegenvallen in dit nieuwe jaar vanwege de recessie, is kostenbesparing opeens weer een toverwoord. Kostenbesparende maatregelen variëren van het afschaffen van luxe lunches tijdens vergaderingen, het verbieden van externe vergaderlocaties, het onder de loep houden van declaraties, het niet invullen van vacatures tot het beperken van investeringen. Uiteraard hebben deze ieder een andere impact op de organisatie.

Mijn standpunt is dat je altijd kostenbewust moet zijn. Privé en zakelijk. Als je altijd kritisch kijkt naar wat je uitgeeft hoef je ook niet te wennen aan minder luxe als het slechter gaat. Dan heb je een buffer opgebouwd in goede tijden en kun je redelijk makkelijk blijven doen wat je altijd al deed.

Voor organisaties is zo’n buffer heel belangrijk. Het stelt ze in staat om tegendraads te opereren. Niets prettiger dan mensen aannemen in een ruime arbeidsmarkt: keus uit de besten en gemotiveerde werknemers. Investeren in projecten die ervoor zorgen dat de organisatie klaar staat zodra de economie weer aantrekt. Het houdt de motivatie van personeel hoog en dat heeft weer een enorme impact op het resultaat.

Dus altijd aandacht voor kosten. De bestuurssecretaris van mijn eerste werkgever vertelde eens in een plenaire sessie dat er elk jaar voor 15000 gulden aan nieuw servies besteld moest worden. Dat was niet omdat er zoveel servies kapot viel, maar omdat hele vakantiehuizen en caravans ermee werden uitgerust. We schrokken allemaal. De meesten omdat ze er zelfs nog nooit over nagedacht hadden om het mee te nemen voor in de caravan. Allemaal omdat dat bij elkaar opgeteld zoveel geld kon zijn per jaar….

Kostenbewustheid past in goede en slechte tijden. Als onderdeel van de bedrijfscultuur!

Mireille Schrijnemaekers, februari 2009